Mulchen
Mulchen is de meest natuurlijke vorm van bemesten en beschermt de bodem en het leven in de bodem.
In de natuur is de bodem bijna altijd bedekt is. Als ergens grond open komt, stelt de natuur alles in het werk om deze zo snel mogelijk weer te bedekken. Open grond wordt zo snel mogelijk begroeid met een pioniersvegetatie en daarna komt de oorspronkelijke vegetatie terug.
In een bos is de grond meestal zacht, veerkrachtig en vochtig. Dit komt omdat er elk jaar een dik pak bladeren valt. Daar blijft het liggen en geleidelijk aan verteren bodemorganismen dit organische materiaal. Deze laag noemt men de strooisellaag.
Maar deze strooisellaag komt niet enkel in het bos voor. Onder elke plant, struik of boom wordt er door het jaarlijkse organische afval van de planten een strooisellaag opgebouwd. En deze strooisellaag heeft verschillende functies en voordelen.
Allereerst beschermt de strooisellaag (mulchlaag noemt men het in de moestuin) de grond en het bodemleven tegen de weersomstandigheden. Dikke regendruppels worden verdeelt in vele kleine druppels en de kracht van het neervallen wordt gebroken. Hierdoor is er geen dichtslempen en erosie.
Dicht slempen is het dichtslaan van de bodem onder druk van de regen. De regendruppels spatten open op de grond en breken grond aggregaten open. Deze deeltjes verspreiden zich en alle poriën worden zo opgevuld. Het water kan niet meer opgenomen worden in de bodem en stroomt van het veld af of blijft wekenlang staan.
Het afstromende water neemt de bovenste vruchtbare grond mee en het veld verarmt. Na enkele jaren kan zo alle vruchtbare grond van een veld zijn verdwenen waardoor de opbrengsten drastisch dalen.
Stilstaand water sluit de bodem af van zuurstof waardoor alle bodemleven onder zulke grote plassen afsterft. U moet maar eens op een veld dat lang heeft ondergestaan een put graven. De grond stinkt naar rot en bederf en heeft niet de typische geur van vruchtbare grond (= bosgeur).
Het tegenovergestelde is een bodem die bedekt is met mulch. Hier breken de regendruppels op het organische materiaal en wordt het water beter opgenomen door de bodem en niet afgevoerd over het oppervlak. Het water krijgt tijd om te infiltreren doorheen de mulchlaag: een deel wordt vastgehouden door het organische materiaal, een deel zinkt traag in de bodem weg waar het nog lang beschikbaar blijft voor de planten. De mulch verteerd tot humus dat op zich weer de voedingsstof vrijgeeft voor de planten: daarmee is de cyclus rond.
De laag organisch materiaal beschermt ook tegen de koude.
In de natuur is de bodem bijna altijd bedekt is. Als ergens grond open komt, stelt de natuur alles in het werk om deze zo snel mogelijk weer te bedekken. Open grond wordt zo snel mogelijk begroeid met een pioniersvegetatie en daarna komt de oorspronkelijke vegetatie terug.
In een bos is de grond meestal zacht, veerkrachtig en vochtig. Dit komt omdat er elk jaar een dik pak bladeren valt. Daar blijft het liggen en geleidelijk aan verteren bodemorganismen dit organische materiaal. Deze laag noemt men de strooisellaag.
Maar deze strooisellaag komt niet enkel in het bos voor. Onder elke plant, struik of boom wordt er door het jaarlijkse organische afval van de planten een strooisellaag opgebouwd. En deze strooisellaag heeft verschillende functies en voordelen.
Allereerst beschermt de strooisellaag (mulchlaag noemt men het in de moestuin) de grond en het bodemleven tegen de weersomstandigheden. Dikke regendruppels worden verdeelt in vele kleine druppels en de kracht van het neervallen wordt gebroken. Hierdoor is er geen dichtslempen en erosie.
Dicht slempen is het dichtslaan van de bodem onder druk van de regen. De regendruppels spatten open op de grond en breken grond aggregaten open. Deze deeltjes verspreiden zich en alle poriën worden zo opgevuld. Het water kan niet meer opgenomen worden in de bodem en stroomt van het veld af of blijft wekenlang staan.
Het afstromende water neemt de bovenste vruchtbare grond mee en het veld verarmt. Na enkele jaren kan zo alle vruchtbare grond van een veld zijn verdwenen waardoor de opbrengsten drastisch dalen.
Stilstaand water sluit de bodem af van zuurstof waardoor alle bodemleven onder zulke grote plassen afsterft. U moet maar eens op een veld dat lang heeft ondergestaan een put graven. De grond stinkt naar rot en bederf en heeft niet de typische geur van vruchtbare grond (= bosgeur).
Het tegenovergestelde is een bodem die bedekt is met mulch. Hier breken de regendruppels op het organische materiaal en wordt het water beter opgenomen door de bodem en niet afgevoerd over het oppervlak. Het water krijgt tijd om te infiltreren doorheen de mulchlaag: een deel wordt vastgehouden door het organische materiaal, een deel zinkt traag in de bodem weg waar het nog lang beschikbaar blijft voor de planten. De mulch verteerd tot humus dat op zich weer de voedingsstof vrijgeeft voor de planten: daarmee is de cyclus rond.
De laag organisch materiaal beschermt ook tegen de koude.